White Rabbit presenteert Budgie and Paul Gorman

Peter Edward Clarke, beter bekend als Budgie, werd geboren in 1957 in St. Helens, in het noordwesten van Engeland.
Hij studeerde beeldende kunst aan het Gamble Institute en het Liverpool College of Art, voordat hij in 1977 een sabbatical nam om zich bij een band… of twee aan te sluiten.
Als Budgie is hij internationaal bekend om zijn unieke drumstijl op het debuutalbum Cut (1979) van The Slits, en als schrijver, arrangeur en multi-instrumentalist bij zowel Siouxsie and The Banshees (1979–1996) als The Creatures (1981–2004). Autodidact als hij is, variëren zijn invloeden van Ringo tot Rothko (via Ravel). John Cale van The Velvet Underground omschreef Budgie als een ‘musician’s musician’.
Hij woont in Berlijn, Duitsland, met zijn vrouw, twee kinderen, drie katten en een reusachtige schnauzer.
Tijdens Crossing Border presenteert hij zijn memoires: The Absence: Memoirs of a Banshee Drummer.

Over The Absence: Memoirs of a Banshee Drummer
Als lid van Big in Japan, The Slits en – het bekendst – Siouxsie and The Banshees en The Creatures, groeide Budgie uit tot een van de meest bepalende drummers van de postpunkscene van de late jaren ’70 en vroege jaren ’80.
Opgegroeid in het arbeidersmilieu van St. Helens in de jaren ’60, verloor Peter Clarke op jonge leeftijd zijn moeder – haar afwezigheid vormt de rode draad door dit boek.
Teleurgesteld in de kunstacademie in Liverpool werd Peter ‘Budgie’ en raakte bevriend met Jayne Casey, Holly Johnson, Pete Burns, Bill Drummond en andere iconen van de legendarische Eric’s’ Club, voordat hij naar Londen vertrok en zich onderdompelde in de hitte van de punkbeweging. Budgies unieke techniek en muzikale gevoeligheid maakten indruk op de volledig vrouwelijke band The Slits, die hem vroegen te drummen op hun debuutalbum Cut.
Tournees met voormalige leden van de Sex Pistols en andere postpunk-iconen vestigden zijn reputatie als innovatieve muzikant.

Maar het kloppende hart van dit pijnlijk eerlijke en openhartige relaas – over een leven dat vaak werd ondermijnd door middelengebruik en alcohol – is natuurlijk zijn langdurige rol als drummer en co-auteur van Siouxsie and The Banshees, naast zijn ex-geliefde en ex-vrouw Siouxsie Sioux. In The Banshees en het invloedrijke zijproject The Creatures bracht hun creatieve samenwerking enkele van de meest geprezen popmuziek van het decennium voort – van Juju, via A Kiss in the Dreamhouse tot het afscheidsalbum Peepshow.
Uiteindelijk begon hun persoonlijke relatie te wankelen, met onvermijdelijke gevolgen voor beide bands.
The Absence is moedig en nietsontziend in de analyse van hoe en waarom dat gebeurde.
Engelen verschenen – velen van hen vrouwelijk – om Budgie te laten zien dat de verloren liefde van een moeder vervangen kan worden.

Als man en muzikant wiens creativiteit en unieke stijl de goth-pop van de jaren ’80 mede vormgaven, is Budgies leven zowel glamoureus als een schrijnende waarschuwing.
Voor het eerst wordt het verhaal van deze meest verheven en mysterieuze band verteld door iemand die het van binnenuit heeft overleefd.

Paul Gorman (Verenigd Koninkrijk) is schrijver, curator en cultuurcommentator. Tot zijn boeken behoren onder andere The Story Of The Face: The Magazine That Changed Culture, The Life & Times of Malcolm McLaren, Totally Wired: The Rise & Fall Of The Music Press, The Look: Adventures in Rock & Pop Fashion, The Wild World of Barney Bubbles, Straight with Boy George en Nine Lives with Goldie. Gorman heeft bijgedragen aan toonaangevende publicaties wereldwijd en tentoonstellingen samengesteld over mode, media en visuele en populaire cultuur in de VS, Denemarken, Frankrijk en het VK.
Op Crossing Border spreekt hij over zijn nieuwe boek Granny Takes a Trip.

Granny Takes a Trip was meer dan alleen een winkel of modemerk; het was de allereerste rock-’n-roll-boetiek en het voorbeeld voor alles wat daarna kwam. Wat begon als een vreemde combinatie van winkel en kunstinstallatie in een verwaarloosd deel van Londen, bekend als World's End, groeide uit tot een internationaal symbool van glamoureuze decadentie in Manhattan en Hollywood. De winkel combineerde flamboyante stijl met allerlei vormen van tegencultuur en trok klanten als Pattie Boyd, Marianne Faithfull, Anita Pallenberg, Elton John, Jimi Hendrix, Miles Davis, Mick Jagger, Rod Stewart, The Beatles en Lou Reed.

Hoewel vaak geromantiseerd, is het verhaal nooit eerder volledig verteld. Nu heeft de gevierde cultuurhistoricus Paul Gorman het definitieve relaas geschreven, gebaseerd op ooggetuigenverslagen van alle hoofdrolspelers, notities en een gekoesterd plakboek van Freddie Hornik—de kleermaker en ondernemer die de dodenmarsen van Centraal-Europa overleefde en eind jaren zestig Granny Takes a Trip overnam en het transformeerde tot een ongeëvenaarde popculturele kracht.

Het boek is rijk geïllustreerd met archiefbeelden van de winkel, de hoofdpersonen en de kleding zelf, en sluit af met een nooit eerder gepubliceerde 48 pagina’s tellende rondleiding door de wilde garderobe van de Rolling Stones—volledig op maat gemaakt en verkocht in de originele winkel.