CROSSING BORDER ANTWERP 2 NOV 2023
Kies de taal
NETHERLANDS
NL / UK
Mauk Westerman Holstijn - 1
3 November 2022
Dit is wat het betekent om schrijver te zijn.
Er zijn schrijvers die zweren bij een aanpak van maximale productie; zet alles wat er in je hoofd opkomt op papier, al is het nog zo slecht. Blijf bovenal produceren, en filter daar later uit wat waardevol is.Anderen zijn meteen al selectief, die plannen, slijpen, verwijderen en keuren eindeloos. Liever een goudklompje per maand dan een dagelijkse berg stront. Voor allebei die filosofieen is iets te zeggen, al is die eerste benadering waarschijnlijk pas ontstaan na de opkomst van de computer. Of misschien al in de industriele revolutie, in een tijd dat de papierprijzen laag waren.
(Grappig beeld: Charles Dickens die zich in de winter van 1838 warm houdt door honderden afgekeurde bladzijden voor Oliver Twistop te stoken. Verzonnen weeskindertjes, geschapen op papier uit fabrieken die door echte kindarbeiders bemand worden, en geconsumeerd in de kachel.)
Over het algemeen is het een eenzaam, vrij beroep. Pas sinds in februari mijn eerste werk is gepubliceerd ben ik me af gaan vragen of ik het wel goed doe. Is dit het moment om door te pakken, heet ijzer te smeden, en zo snel mogelijk iets nieuws op de plank te krijgen? Of heeft een schrijfspier meer rusttijd nodig?
Schrijven is een beroep wat bijna altijd alleen wordt uitgevoerd. Je kunt overleggen, brainstormen, meeliften of samen uithuilen, maar het uiteindelijke gevecht met het lege vel lever je alleen. Dat heeft me altijd aan schrijven als kunstvorm aangetrokken. Een schrijver is gewapend met zijn of haar fantasie, zelfvertrouwen en kritische blik. Meer heb je niet nodig, en meer kan je niet helpen. Tegelijkertijd is het ook de meest benaderbare vorm van kunst. Het gebruik van een verfkwast of een beitel is iets dat jaren kost om te leren, maar een toetsenbord, daar loop je mee in je broekzak.
Dat meen ik serieus; het leeuwendeel van Vijftig tinten grijs is geschreven op een Blackberry.
Niet dat er voor het toetsenbord geen schrijvers waren, natuurlijk. Eigenlijk is het ware gereedschap van een schrijver het alfabet zelf.
Zou het in andere talen anders werken? Het is voor mij al te lang geleden dat ik in het Engels iets geschreven heb om een goede vergelijking te maken, sowieso was dat natuurlijk Spielerei. Child’s play. Nog niet voor ’t echie. Maar de manier waarop ik denk en voel varieert enorm met de taal die ik spreek. Iemand een klootzak noemen is voor mij onvoorstelbaar en onherstelbaar, ik heb nog nooit een moment meegemaakt waarin dat gerechtvaardigd was. Maar het woord bastard of asshole zou bijna een koosnaampje kunnen zijn, de clou van een matige, maar toch in goed gezelschap bruikbare grap. Bij voorbaat excuses, niet-Nederlandse collega’s. Ik weet niet wat ik zeg. Van ieder Engels of Duits woord wat ik ten gehore breng weet ik de definitie, zoals beschreven in het woordenboek, maar de emotionele connotaties van die woorden, opgebouwd door de generaties, die ken ik niet.
Gelukkig zijn er vertalers. Ik ga deze week samenwerken met Bo-Elise Brummelkamp, een professioneel vertaler met een indrukwekkend portfolio. Ik weet bijna niets van haar, behalve dat ze van mijn generatie is en een indrukwekkende taalkundige rugzak torst. Waar ik op het pad van de bêta’s met een voet in het rabbit hole van de literatuur ben gevallen, heeft zij zich met totale overtuiging toegelegd op haar beroep, het gepuzzel en de afwegingen, voor de liefde voor de taal en de ongrijpbare perfectie. Bo-Elise, je zal het misschien al gezien hebben, maar deze tekst gaat over de vragen en de onzekerheden van een heel beginnend beginnend schrijver. Iemand die stoer doet, maar alles moet leren en nog niemand kent. Ik ben heel benieuwd hoe dat klinkt in het Engels. Veel succes; tot binnenkort.
WAT HEEFT DIT VERHAAL GEÏNSPIREERD?
Meer van Mauk Westerman Holstijn en Bo-Elise Brummelkamp
Zie The Chronicles live tijdens Crossing Border 2022